Duiding bij hardnekkige stellingen over de actualisering
Zorgde de actualisering voor meer gelijkheid? Kan de minister nog niet bijsturen? Zullen andere personen minder krijgen?
Het advies van de auditeur van de Raad van State stelde dat de actualisering ongrondwettig is. Dat zorgde voor heel wat persaandacht. Terecht. Een aantal reacties en stellingen van de minister of parlementsleden in de media zijn echter niet correct of misleidend. Ze verdedigen de doorgevoerde hervorming van de actualisering, tegen de juridische analyse van de auditeur in. Of ze laten uitschijnen dat een vernietiging van de actualisering een slechte zaak zou zijn. Vanuit GRIP voelen we ons aangesproken om hierover informatie en duiding te brengen.
We merken onder meer 3 stellingen die opvallen:
- De actualisering dient net om meer gelijkheid te krijgen.
- De minister kan niet bijsturen zolang de Raad van State zich niet heeft uitgesproken.
- Als de zorgbudgetten na een vernietiging herzien zouden worden, dreigen andere personen minder te krijgen.
Wat moeten we denken van deze stellingen?
We vroegen Timo Lehaen en Lies Michielsen van PROGRESS Lawyers Network Antwerpen, die het dossier door en door kennen, om uitleg.
Kregen sommige personen, bijvoorbeeld met een zware ondersteuningsnood, een hoger budget, en anderen minder?
Ja. Een grote groep heeft minder gekregen, een kleinere groep meer.
Was de actualisering louter een herverdeling tussen mensen met een zelfde overheidsbudget?
Nee. Over de hele groep heen wordt er jaarlijks telkens minstens 4 miljoen euro minder uitgegeven. Het gemiddelde zorgbudget is gedaald door de actualisering.
Worden er met de hervorming gelijke budgetten voor gelijke zorgnood bekomen?
De minister beroept zich op het argument van de gelijke behandeling, maar dit wordt door de auditeur bij de Raad van State van tafel geveegd. Uit diens advies blijkt duidelijk dat de minister op geen enkele manier aannemelijk maakt hoe de actualisering zou kunnen leiden tot een gelijke berechtiging van een grotere groep of tot een snellere terbeschikkingstelling. De vermindering van de persoonsvolgende budgetten wordt dus niet verantwoord door een reden van algemeen belang.
Kan de minister de situatie nu al bijsturen of moet ze wachten tot de Raad zich heeft uitgesproken over de zorgbudgetten?
Minister Crevits beweert dat zij haar beleid niet zou kunnen bijsturen zolang de Raad van State zich niet definitief heeft uitgesproken. Dat klopt niet. De Vlaamse regering kan wel degelijk beslissen om het bestreden besluit in te trekken. Daarover hoeft men niet te wachten op de Raad van State. Dat dit niet gebeurt, heeft uitsluitend te maken met politieke onwil.
Wat als de minister niet bijstuurt maar wacht op de Raad van State en die vernietigt de artikelen uit het besluit?
Als het besluit vernietigd wordt dan is er geen rechtsgrond meer voor actualisering, niet voor de grote groep die erop achteruit gaan en ook niet voor de kleine groep die er op vooruit gaan.
Is het niet problematisch dat de mensen die er op vooruitgingen weer budget zouden moeten afgeven?
Voor deze groep zou het wel als een schending van het eigendomsrecht kunnen worden gezien alsook in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel als ze zouden moeten terugbetalen. Laten we niet vergeten dat de Vlaamse regering zelf het probleem gecreëerd heeft. Het is de actualisering die ertoe geleid heeft dat duizenden mensen onterecht hun budget verminderd zien. Slechts een kleiner percentage van de gerechtigden ging erop vooruit. Het is een onwettige hervorming. Het is aan de Vlaamse regering om de verantwoordelijkheid te nemen om dit recht te zetten en tot een goed einde te brengen.
Kan de minister vermijden dat het eigendomsrecht wordt geschonden van de mensen die erop vooruit zijn gegaan door de actualisering?
In het geval van vernietiging van de artikelen over de actualisering door de Raad van State zou de actualisering ongedaan worden gemaakt, in principe ook voor hen die erop vooruit zijn gegaan. Toch lijkt het niet evident om het aanvullende budget terug te vorderen na vernietiging van het besluit. De terugvordering van een ter beschikking gesteld budget zou op zichzelf namelijk ook een schending van het eigendomsrecht kunnen uitmaken. De minister zou zich dan wel in een heel lastig parket plaatsen. De minister en de regering kunnen dit vermijden door te regelen dat mensen de door de actualisering verhoogde budgetten behouden.
En wat in geval van eigen bijsturing voordat de Raad van State een uitspraak doet?
Ook dan zal het afhangen van de politieke (on)wil van de minister en de regering. Dezelfde redenering geldt. Intrekking van het besluit leidt in principe tot volledige ongedaanmaking van de actualisering, ook voor zij die erop vooruit zijn gegaan. De minister en de regering kunnen er simpelweg voor kiezen om de terbeschikkingstellingen waarbij de actualisering een hoger budget opleverde, te behouden. Dit kan perfect wettelijk geregeld worden, bij wijze van overgangsmaatregel.
Zin om een steentje bij te dragen?
GRIP heeft de actualisering (een stukje van het Mozaïekbesluit - besluit van 5 maart 2021) aangevochten bij de Raad van State. Volgens GRIP leidt de actualisering tot een ongeoorloofde vermindering van de persoonsvolgende budgetten.
De procedure is nog niet afgelopen. Financiële steun voor onze rechtszaak waarmee we opkomen voor de mensenrechten van personen met een handicap blijft dan ook heel welkom!
Lees meer over onze zaak bij de Raad van State en hoe je een gift kan doen voor onze juridische acties: https://www.gripvzw.be/nl/artikel/530/op-naar-de-hoorzitting-bij-de-raad-van-state