Persoonlijke assistentie: wettelijk geregeld
Al 20 jaar krijgen mensen met een handicap in Vlaanderen via persoonlijke assistentie grip op het eigen leven.
Wat is persoonlijke assistentie?
Persoonlijke Assistentie is ondersteuning onder controle van de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger: eigen keuze van assistent en van de te verlenen ondersteuning.
De assistentie aan de persoon met een handicap is persoonlijk indien de persoon met een handicap beslist wie als assistent optreedt, welke ondersteuning de assistent verleent, waar, wanneer en hoe de assistent ondersteuning verleent.
In een aantal landen of regio’s bestaan er wettelijke systemen die personen met een handicap een budget toekennen waarmee ze persoonlijke assistentie kunnen organiseren.
Persoonlijke assistentie in ons land
Vlaanderen
Vlaanderen is een voorbeeldregio voor ons land. Reeds op 15 december 2000 keurde de toenmalige Vlaamse Regering de regelgeving goed waardoor personen met een handicap een eigen budget kunnen aanvragen om zelf persoonlijke assistentie te organiseren.
In de Vlaamse regelgeving wordt persoonlijke assistentie omschreven als “elke vorm van individuele ondersteuning (…) die wordt geboden in een een-op-een relatie aan een persoon met een handicap op basis van een overeenkomst met de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger, waarbij de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger het recht heeft zelf instructie te geven over de inhoud van de ondersteuning, alsook wie de ondersteuning biedt, voor welke taken, op welke tijdstippen en plaatsen, en hoe de individuele ondersteuning moet gebeuren. Hierbij is de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger vrij om de mate van controle over de assistentieverlening te bepalen die overeenkomt met zijn behoeften, bekwaamheden, actuele levensomstandigheden, voorkeuren en betrachtingen.”
Als minderjarige vraag je hiervoor een Persoonlijke AssistentieBudget (PAB) aan bij het Agentschap Jongerenwelzijn en als meerderjarige vraag je een Persoonsvolgend Budget (PVB) aan bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Het Agentschap Jongerenwelzijn regelt alleen de toegangspoort. Vanaf het moment dat je een PAB krijgt, wordt dit verder opgevolgd en betaald door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
We mogen heel fier zijn dat in Vlaanderen persoonlijke assistentie wettelijk geregeld is. Vlaanderen heeft er terecht een internationale prijs voor gekregen.
In Brussel en Wallonië
Ook in Brussel en Wallonië zou de mogelijkheid moeten bestaan om een budget in eigen handen te krijgen. Ook daar zou je zonder inmenging van zorgorganisaties moeten kunnen werken, binnen een op 1 op 1 relatie met een persoonlijke assistent.
Wil je meer weten over persoonlijke assistentie? Kom dan naar de workshop "de kracht van persoonlijke assistentie" van 11u tot 12.30u op 9 oktober tijdens ons Congres 20 jaar GRIP in het Provinciehuis in Leuven! Alle info en inschrijvingen: Tweedaags inclusiecongres: Ik ♥ inclusie: programma en inschrijven - Grip (gripvzw.be)
Omschrijving "persoonlijke assistentie" in de Vlaamse regelgeving
Hieronder vind je de weergave van hoe "persoonlijke assistentie" in de Vlaamse regelgeving wordt omschreven:
In de zorg- en bijstandsregeling
Artikel 1, 5° BVR 14.07.2017 tot vrijstelling van kwalificatie- en registratieverplichtingen voor zorg- en bijstandsverleners die persoonlijke assistentie verlenen aan personen met een handicap omschrijft “persoonlijke assistentie” als:
“elke vorm van individuele ondersteuning als vermeld in artikel 4, 1°, c), van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders, die wordt geboden in een een-op-een relatie aan een persoon met een handicap op basis van een overeenkomst met de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger, waarbij de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger het recht heeft zelf instructie te geven over de inhoud van de ondersteuning, alsook wie de ondersteuning biedt, voor welke taken, op welke tijdstippen en plaatsen, en hoe de individuele ondersteuning moet gebeuren. Hierbij is de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger vrij om de mate van controle over de assistentieverlening te bepalen die overeenkomt met zijn behoeften, bekwaamheden, actuele levensomstandigheden, voorkeuren en betrachtingen.”
Artikel 4, 1°, c), BVR 24.06.2016 over de besteding van het PVB
“Art. 4. Het budget kan besteed worden aan:
1° zorg en ondersteuning die noodzakelijk is als gevolg van de handicap.
Het gaat daarbij om een van de volgende vormen van ondersteuning:
c) individuele ondersteuningsfuncties:
1) psychosociale begeleiding: een-op-een-begeleiding die tot doel heeft de persoon met een handicap en de context te ondersteunen in de organisatie van zijn dagelijkse leven:
2) praktische hulp: ondersteuning bij algemene dagelijkse activiteiten van het leven in een een-op-een-relatie. Individuele praktische hulp is hoofdzakelijk instrumenteel van aard;
3) globale individuele ondersteuning: de ondersteuning die eerder ruimer is en verschillende levensdomeinen kan omvatten. De aard van de ondersteuning kan verschillen en de verschillende vormen van ondersteuning kunnen door elkaar lopen: stimulatie, coaching, training, assistentie bij activiteiten;
4) oproepbare permanentie: de beschikbaarheid van de begeleiding om na een oproep binnen een bepaalde tijd niet-planbare een-op-een-ondersteuning aan te bieden.
In de PAB-regeling
Art. 1, 5° BVR 15.12. 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget7 aan personen met een handicap omschrijft “assistentie” als:
“elke vorm van individuele ondersteuning die wordt vergoed met PAB en die wordt geboden in een een-op-een relatie aan een persoon met een handicap op basis van een overeenkomst met de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger, waarbij de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger het recht heeft zelf instructie te geven over de inhoud van de ondersteuning, alsook wie de ondersteuning biedt, voor welke taken, op welke tijdstippen en plaatsen, en hoe de individuele ondersteuning moet gebeuren. Hierbij is de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger vrij om de mate van controle over de assistentieverlening te bepalen die overeenkomt met zijn behoeften, bekwaamheden, actuele levensomstandigheden, voorkeuren en betrachtingen.”
Bestedingsmogelijkheden van Persoonsvolgend Budget in CASH, in de Vlaamse regelgeving
Hieronder vind je de weergave van de bestedingsmogelijkheden van het PersoonsVolgend Budget in CASH, zoals dit bepaald is in de Vlaamse regelgeving:
Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders
Art. 7.Het cashbudget kan alleen besteed worden aan zorg en ondersteuning die wordt verleend op basis van een van de volgende overeenkomsten die worden gesloten door de budgethouder:
1° een overeenkomst over het verlenen van zorg en ondersteuning met een zorgaanbieder die door het agentschap vergund is;
2° een van de volgende overeenkomsten waarbij wordt voorzien in het verlenen van zorg en ondersteuning in een een-op-een-relatie met de persoon met een handicap of aan verschillende personen met een handicap die op hetzelfde adres wonen en tot hetzelfde gezin behoren:
a) een arbeidsovereenkomst met inbegrip van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten als vermeld in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
b) een overeenkomst met een erkend uitzendbureau;
c) een overeenkomst met een onderneming die door het bevoegde gewest is erkend als een dienstencheque-onderneming;
d) een gebruikersovereenkomst met een organisator als vermeld in artikel 3, 4°, van het Wijk-werkendecreet van 7 juli 2017, om wijk-werkcheques te gebruiken;
e) een overeenkomst met een natuurlijke persoon of een rechtspersoon over het vervoer van de persoon met een handicap;
f) een overeenkomst met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking stelt;
g) een overeenkomst over hoogdrempelige individuele bijstand met een bijstandsorganisatie;
h) een overeenkomst met een natuurlijke persoon of een rechtspersoon over het verlenen van individuele ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 4, 1°, c);
i) een overeenkomst met een familielid dat tot de tweede graad verwant is met de budgethouder of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder;
j) een overeenkomst met een organisatie of dienst die erkend of vergund is door een andere overheidsdienst van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het verlenen van zorg en ondersteuning;
3° een overeenkomst met een rechtspersoon die zorg en ondersteuning organiseert voor hoogstens vijftien personen met een handicap, die al of niet beschikken over een budget. De ingezette budgetten kunnen in solidariteit aangewend om zorg en ondersteuning te organiseren voor alle personen met een handicap. Minimaal de helft van de leden van de organen van de rechtspersoon, vermeld in het wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999 of in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen zijn familie tot de tweede graad van de personen met een handicap die worden ondersteund. De rechtspersoon registreert zich bij het agentschap op de wijze die wordt vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;
4° een overeenkomst met een organisatie of dienst die erkend of vergund is door een andere overheidsdienst van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het verlenen van zorg en ondersteuning en die zorg en ondersteuning organiseert voor maximum vijftien personen met een handicap die deze ondersteuning vergoeden met een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap. De zorg en ondersteuning wordt geboden buiten de capaciteit waarvoor de organisatie of dienst is erkend of vergund.
5° een overeenkomst over zorg en ondersteuning met een rechtspersoon die die ondersteuning aanbiedt buiten het Belgische grondgebied en die door de bevoegde buitenlandse overheid erkend, vergund of gemachtigd is om zorg en ondersteuning te bieden aan personen met een handicap.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan vaststellen in welke gevallen en onder welke voorwaarden het cashbudget kan worden besteed voor dagondersteuning als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van 27 november 2015, op basis van een overeenkomst met groene zorginitiatieven die ondersteuning bieden aan verschillende personen en die zich registeren bij het agentschap.
Het cashbudget kan ook worden ingezet op basis van een overeenkomst voor casemanagement met een opdrachthouder consulentenwerking die erkend is door het agentschap als het agentschap conform hoofdstuk 2, afdeling 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 over de bemiddeling, de afstemming en de planning in het kader van persoonsvolgende financiering voor meerderjarige personen met een handicap beslist heeft dat de budgethouder aanspraak kan maken op casemanagement.“
Bestedingsmogelijkheden van Persoonlijke AssistentieBudget, in de Vlaamse regelgeving
Hieronder vind je de weergave van de bestedingsmogelijkheden van het Persoonlijke AssistentieBudget zoals omschreven in de Vlaamse regelgeving:
Besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap
Art. 12. §1. De budgethouder is opdrachtgever van de persoonlijke assistent en sluit in die hoedanigheid een overeenkomst over de persoonlijke assistentie af. Die overeenkomst kan de vorm aannemen van:
1° een arbeidsovereenkomst tussen de budgethouder en de persoonlijke assistent, waarbij de budgethouder als werkgever voldoet aan zijn fiscale en sociaal-rechtelijke verplichtingen, daarin inbegrepen de bepalingen over het minimumloon en de verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair subcomité 319.01 en de bepalingen over de eindejaarspremie zoals vastgesteld binnen het paritair comité 337;
2° een overeenkomst, waarbij wordt voorzien in de persoonlijke assistentie van de budgethouder, die de budgethouder sluit met een uitzendkantoor, een zelfstandig dienstverlener of met een voorziening of instelling, die een verklaring op erewoord aan het agentschap voorlegt, waarin staat dat de activiteiten die in het kader van die overeenkomst worden verricht, niet al door de federale, communautaire, regionale of lokale overheden worden gesubsidieerd;
3° een overeenkomst over de persoonlijke assistentie die gesloten wordt met een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder;
4° een overeenkomst over de persoonlijke assistentie met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking stelt.
Naast de overeenkomsten, vermeld in het eerste lid, kan de budgethouder in het kader van de besteding van het PAB ook de volgende overeenkomsten sluiten:
1° een overeenkomst met een aanbieder van zorg en ondersteuning die vergund of erkend is door het agentschap over het bieden van ondersteuning als vermeld in artikel 10, §5;
2° een overeenkomst met een bijstandsorganisatie over het verlenen van hoogdrempelige individuele bijstand.
De PAB-Richtlijnen (versie 20.11.2020) vermelden evenwel ook:
- een overeenkomst tot het bekomen van wijk-werken
- een gebruikersovereenkomst met een dienstenbedrijf (dienstencheques)
- een overeenkomst in het kader van onbelast bijklussen.
- thuishulpdiensten als mogelijkheid via de overeenkomst met een voorziening of instelling.
Voor deze wetgeving werd hard gestreden
Het ontstaan en het blijven bestaan van persoonlijke assistentie in de regelgeving is rechtstreeks verbonden met de niet-aflatende inzet en volharding van mensen met een handicap zelf die opkwamen voor gelijke rechten voor personen met een handicap. De strijd voor persoonlijke assistentie, en hiermee de controle over de eigen ondersteuning, is gebaseerd op de eigen ervaringen (zonder persoonlijke assistentie zagen zij zich bijvoorbeeld gedwongen in een instelling te gaan wonen) en een strijd voor de eigen rechten maar tegelijkertijd voor de rechten van alle personen met een handicap en breder zelfs de strijd voor een inclusieve samenleving waarin iedereen op gelijke voet kan participeren.
“Het was een beweging van mensen met een fysieke beperking die wilden dat het stopte dat anderen iets over hun eigen leven te zeggen hadden. Ze zeiden “Nothing about us without us” (niets over ons zonder ons). Van daaruit is de beweging vertrokken. In de teksten van Independent Living Vlaanderen stond toen ook heel duidelijk: “We willen niet meer afhangen van onze familie. We willen zelf kunnen bepalen wat we willen. We willen kunnen meedraaien op alle domeinen. We willen dat er inclusieve oplossingen komen”. Het woord inclusie werd toen nog niet gebruikt, maar het zat wel in de visie.”
We citeren een van de mensenrechtenactivisten van toen:
“We waren heel militant. Er waren rechtszaken, betogingen, sleep-ins, enzoverder. Ze keken naar ons als de fanatiekelingen die droomden. We slaagden er op een gegeven moment in om een heel aantal mensen samen te brengen in de gebouwen van de Universiteit van Gent. Dat was belangrijk, andere organisaties sprongen mee op de kar. Daardoor wonnen we aan slagkracht en begonnen politiekers ook te spreken over PAB. Heel in het begin waren we maar een kleine groep maar we waren overtuigd van wat we wilden. Daardoor waren we in staat om een hele verandering teweeg te brengen.”
Vooruit met persoonlijke assistentie!
Het recht op persoonlijke assistentie blijft heel kwetsbaar in Vlaanderen. Denk maar aan de wachtlijsten en veel te lange wachttijden. Denk maar aan de vaak te lage persoonsvolgende en persoonlijke assistentiebudgetten. Aan de moeilijke zoektocht naar goede persoonlijke assistenten de veel te lage bekendheid van de job. Of aan hardnekkige vooroordelen.
Persoonlijke assistentie moet meer wind in de zeilen krijgen. Daarvoor is veel nodig, maar vooral meer wind! Er is nood aan een sterkere beweging van mensen die hiervoor opkomen. GRIP wil die beweging versterken. We zoeken mensen die mee op de kar springen. Als je het belang inziet van persoonlijke assistentie en eventueel wil meehelpen, stuur dan een mailtje naar info@gripvzw.be